Upcoming (deel 2 van 10): Tom Eysink Smeets
Vrijdag 3 juli, 2015
Door: Sander Houwen
Dit is deel twee van een zomerserie interviews waarin tien regisseurs uitgebreid vertellen over onder andere de opleiding die ze volgden, hun afstudeerfilm, hun voorbeelden en hun plannen voor de toekomst.
Tom Eysink Smeets studeerde af met Tom & Yuri Extravaganza, een sketch-show waarin hij, naast jeugdvriend Yuri, zelf te zien is. Filmen begint in zijn jeugd als hij Jackass-achtige filmpjes maakt. Later worden dat korte sketches; ook dan al met Yuri erin. Als hij niet voor de Kleinkunstacademie wordt aangenomen moet hij zich van zijn vader aanmelden voor tenminste drie studies. Hij kiest voor de HKU. Tijdens een cursus film maken in Berlijn hoort hij dat hij is aangenomen en denkt: ‘Dit is briljant, dit is wat ik alleen nog maar wil doen’.
“Ik had van de HKU verwacht dat ik filmpjes mocht maken die ik wilde maken, alleen dat ik zou leren om het dan beter te doen. Dat is ook precies hoe het ging, alleen had ik verwacht dat het de docenten zouden zijn die mij gingen vertellen hoe ik het beter kon doen, ik heb onderschat hoeveel ik in de praktijk zou leren. Uiteindelijk heb ik het meeste les gehad van medestudenten, onder wie Wouter Verheul. Je leert het meest door het er heel veel over te hebben.
“Als ik niet zo vrijgelaten was in wat ik deed, dan was het allemaal veel minder leuk geworden. Mijn docenten hebben mij altijd op een prachtige manier begeleid. Ze hebben me nooit opgedrongen dat een comedy-script er op een bepaalde manier uit moest zien of hoe dat dan gefilmd moest worden. Ze waren blij verrast als iets doms goed uitpakte en wilden me vooral op mijn bek zien gaan. En als ik dan ook daadwerkelijk op mijn bek ging, vertelden ze waaróm dat zo was. Andersom kon ook: als iets goed uitpakte leerde ik waarom dat wat ik had gedaan goed werkte.”
Waar draaide regie om bij Tom & Yuri Extravaganza?
“Je regie moet al in je script zitten. Je moet iets schrijven wat iemand heel natuurlijk uit zijn bek kan krijgen, dus je moet het echt samen met je acteur op papier zetten. Wij speelden het zelf en we kunnen allebei niet acteren. Ik kan Yuri proberen te regisseren, maar met elke tip wordt hij slechter. Want Yuri is zo zichzelf en heeft een motoriek die briljant is. Als je hem gaat vertellen wat hij moet doen, dan gaat hij acteren en dat werkt niet. Ik kan sowieso niet iemand grappig maken via regie. Het is een typetje dat grappig is. Voor de rest gaat het vooral om timing.
“Ik ben als regisseur vooral bezig met het maken van een sfeer. Al zit ik er volledig doorheen, ik zit alleen maar kut-grappen te maken en mijn broek naar beneden te trekken, want die lach moet er zijn. Op een strenge set is er geen lach. Als er dan zoiets spannends komt als ‘stilte op de set’ en de acteur moet direct na de slate grappig zijn dan werkt het niet. Je acteur moet nog steeds aan het lachen zijn om de grap die daar net voor zat. Op de set ben ik dus de meeste tijd bezig met het creëren van een ontregelde sfeer zodat acteurs niet het gevoel hebben dat ze op een filmset staan. Iemand zei ooit: ‘Als je het niet leuk hebt, doe je het niet goed’. Dat heb ik heel goed in mijn oren geknoopt. Als mensen aan het stressen zijn zeggen we: ‘doe ff normaal’. Tegelijkertijd is het heel belangrijk dat je weet wat je wilt. Als je melig bent en grappen maakt en er komt iemand naar je toe met een vraag en je hebt daar geen antwoord op, dan blijf je kut-grappen maken om die vraag te ontwijken en dan wordt het een bende. Ik kan me zo’n losse sfeer veroorloven omdat er niets los aan is, ik heb alles onder controle.”
Er zit een idool in je film.
“Klopt.”
Was het moeilijk om hem te strikken?
“Nee, niet echt. Ik kon via via zijn nummer krijgen. Ik heb hem opgebeld en hij zei: ‘stuur je script maar op’. Dat heb ik gedaan en vanaf dat moment deed hij mee. Ik heb het heel relaxed voor hem gemaakt door in zijn thuisstad Rotterdam de opnames te plannen. Ik had hem een uurtje nodig en hij kwam. Het is echt de liefste man ter wereld. Hij is zo lief en zo relaxed. Ik denk dat hij niet eens het idee had dat hij mee ging doen aan een leuk project. Zijn insteek was meer om iemand te helpen, denk ik. Daar heb ik heel veel respect voor. Ik had het idee dat het wellicht moeilijk zou zijn om hem zomaar voor mijn filmpje te krijgen; met name omdat het gaat om iets soortgelijks als wat hij maakte.
“Ik was zo fan. Ik kon gewoon niet normaal met hem praten. Het is hetzelfde als wanneer James Cameron verschijnt op de set van iemand die een Titanic-achtige film aan het maken is. Die vergelijking lijkt overdreven, maar zo is het echt. En het is zo kwetsbaar, want je bent comedy aan het schieten. En jouw held van comedy, degene die jou heeft laten zien wat je leuk vindt, absurdisme en zo, die komt op jouw set. En dan moet je ook nog grappig zijn en hem gaan vertellen wat ‘ie moet doen.
“Hij lag in een bed en op een gegeven moment vraagt hij aan mij: ‘Hee, wat moet ik eigenlijk doen?’ Toen dacht ik: ‘Hij is natuurlijk briljant, maar niet zo briljant dat ‘ie zonder enige regie-aanwijzing weet hoe die scène in elkaar zit. En überhaupt welke scène we aan het schieten zijn. Vervolgens moest ik hem gaan regisseren. Ik heb er nog nooit zo lang over gedaan om iemand te vertellen dat zodra ik mijn zin had gezegd, hij omhoog moest komen en ‘ik ook’ moest zeggen. Dat was het enige. Ik heb daar acht minuten over staan zeveren omdat ik gewoon geen enkele zin afmaakte. Ik was te fanboy. De fles wijn die we hem na afloop gaven gaf hij aan de locatiemanager. Een heel lieve man.”
In je thesis schrijf je heel open over hoe jouw leven je werk beïnvloedt.
“Ik heb een angststoornis en een dwangneurose. Het enige wat daartegen helpt is heel druk zijn. Ik heb ook adhd, dus dat lukt me wel. Wat ook helpt is om er heel hard overheen te schreeuwen. Ik zou eigenlijk heel angstig in een hoekje moeten zitten, maar dat vond ik niet interessant of leuk, dus ging ik gewoon heel hard schreeuwen, er heel hard tegenin en mezelf en mijn gedachtes belachelijk maken. Wat je ook kunt doen is jezelf de hele tijd nog banger maken door dingen te doen die je eigenlijk niet durft. Dan stapelt het zich allemaal zo op dat je niet meer bij kunt houden waar je ook alweer bang voor was. Dat werkt wel lekker, want dan ben je maximaal twee weken ergens bang voor.
“Door al dat doemdenken ga je de comedy erin proberen te vinden. In eerder werk van mij kun je dat terugzien. Nare dingen worden er grappig in gemaakt. Maar daar lag continue een reden aan ten grondslag. Het was heel hard schreeuwen, grappig doen en nare dingen erin verwerken zodat je erom mocht lachen. Als ik er niet om zou kunnen lachen dan werd het allemaal een heel duistere bedoening in mijn hoofd. Daarnaast wilde ik constant de controle over alles hebben. Dat kun je alleen loslaten door jezelf in situaties te brengen waarin je juist niet de controle hebt. Dus door dingen te doen die je eigenlijk niet zo fijn vindt. Het lijkt nu alsof ik die bewust ging opzoeken, maar ik moest dat doen: ik moest op een podium gaan staan, ik moest rare dingen zeggen. Dat was allemaal heel natuurlijk en tegelijkertijd zo tegenstrijdig. Ik gebruik zwarte comedy als uitlaatklep voor mijn angstige hoofd.”
Waar de grap zit.
“Als je een grap wil maken zijn er bij mij twee smaken. Of iedereen zegt: ‘dit is echt kut’ en dan is het ook echt kut. Of iedereen zegt: ‘dit is echt kut’ en dan is het briljant. Dat is omdat niemand het plaatje voor zich kan zien. Als je denkt: ‘ik wil iets schrijven wat mensen heel leuk gaan vinden’ ga je voorspelbare scenario’s of grappen bedenken. En een grap zit ‘m juist in het onverwachte; in iets dat je nooit had kunnen bedenken. Als mensen zeggen: ‘Hoe kom je erop?!’ dan zit je goed. Maar die ideeën ontstaan als je uit gaat van wat je zelf grappig en te gek vindt. En omdat jouw referentiekader zo debiel anders is dan ieders andere referentiekader, maak je iets zo eigens en zo iets tofs dat mensen daar altijd een reactie op geven. Als je jezelf te serieus gaat nemen dan ga je om een of andere rare reden aan je publiek denken. Dat is het domste dat je kunt doen.
“Als we op school gingen conceptualiseren kregen we een lijst met punten die je moest afwerken. Daar stond dan tussen dat je je doelgroep moest definiëren. Dat punt wil ik er zo hard uitgooien vanaf nu. Waarom zou je daar over na moeten denken? Jij kunt alleen van jezelf zeggen wat je vet vindt. En dan heb je nog maar twee mensen nodig die het ook leuk vinden. En misschien vindt iedereen je idee wel vet. Daar moet ik wel een note aan toevoegen: dit werkt alleen als je dit al een keer hebt bewezen. Je moet het een keer proberen. Gaat het faliekant mis en zijn al je andere projecten te gek? Doe dan niets met dit advies.
“Het belangrijkste bij comedy is dat je publiek moet willen lachen. Als ze zien dat jij er plezier in hebt, het met volle overgave doet en volledig achter je grap staat, dan heb je een gunfactor en heb je je publiek veel sneller mee. Comedy hoeft niet super mooi te zijn. Rembo en Rembo is niet zo prachtig als Interstellar (Christopher Nolan, 2014) maar dat hebben ze ook helemaal niet nodig, want je ziet dat er een duidelijke rode draad door al die grappen loopt en het heeft een heel heldere stijl.
“Yuri is nooit opgeleid in film. Dat heeft invloed: je gaat frisser denken. Je bent toch een beetje bevuild met alle kennis. Als je debiele ideeën met jouw kennis zo kunt vertalen naar film dat het werkt, dan ben je echt iets heel grappigs aan het maken.
“Ik heb veel geleerd door eerst heel veel naar mensen te luisteren daarna heel weinig en dan weer heel veel en dan weer heel weinig. Het is een loop, een soort cirkel. Leer eerst wat je moet weten en ga daarna met die kennis in je achterhoofd iets doen wat jij heel vet vindt. Maak dus ook niks met een doel. Behalve als het gaat om geld verdienen. Als het doel geld verdienen is, dan kun je gerust je ziel verkopen.”
Tom & Yuri Extravaganza is in zijn geheel te bekijken via Tom & Yuri Extravaganza
Door: Sander Houwen