Upcoming (deel 1 van 10): David-Jan Bronsgeest

Blog

Vrijdag 3 juli, 2015

Door: Sander Houwen

Dit is deel één van een zomerserie interviews waarin tien regisseurs uitgebreid vertellen over onder andere de opleiding die ze volgden, hun afstudeerfilm, hun voorbeelden en hun plannen voor de toekomst.
David-Jan Bronsgeest studeerde met zijn film BROKER af aan de Filmacademie. Zijn loopbaan begint hij als acteur in onder andere de regiosoap Koning van de Maas (RTV Rijnmond). In het eerste jaar van de toneelschool Maastricht maakt hij – aldaar – filmpjes voor de regionale televisie. Als hij zijn talent voor regie ontdekt verliest hij vrijwel direct zijn acteer-ambities. In een tussenjaar maakt hij de documentaire HER CINEMA LOVE over een gastvrije vrouw die een filmtheater runt in Bosnië Herzegovina. Met een Arabisch gesproken film doet hij toelating voor de Filmacademie en wordt aangenomen.
“De dag voor mijn toelatingsgesprek had ik nog mensen gebeld die op de filmacademie zaten met de vraag wat nou de golden rule was. Wat moet je zeggen en wat moet je niet zeggen? Toen ik daar binnenkwam dacht ik: fuck it… ik ga alle dingen die mensen tegen me gezegd hebben van me af laten vallen. Ik ga eerlijk zijn, ik ga bijdehand zijn, ik ga mezelf zijn en dan zie ik wel of ze dat tof vinden. Als dat niet werkt, dan hoor ik hier gewoon niet. Ik stond binnen tien minuten weer buiten. Ze zeiden: ‘We weten genoeg’. Toen ik naar buiten liep dacht ik: of ik heb het echt zwaar verneukt of ze vonden me gewoon heel erg passen. Volgens mij was het dat tweede.”
DAVID-JAN_ZW_900

Over de filmacademie
“Ik heb een heel goeie opleiding gehad. Het moeilijkste van de filmacademie is om erop te komen, zeggen ze vaak. Dát klopt wel, omdat je er toch voornamelijk je eigen studie van maakt. Je moet je punten wel halen, maar dat is voornamelijk in het eerste jaar. In het tweede jaar bestaat goed of slecht niet meer. Dan is het gewoon “eigen” of juist niet. En daar moet je aan gaan werken. Ze laten je heel erg los, dus je hebt ook niet echt een idee of je het nou goed gedaan hebt of niet; dat weet je niet. Je moet kijken of je ontwikkeling hebt gemaakt. Je maakt losse filmpjes en daar moet je gewoon heel veel dingen uithalen en op je bek gaan. In het derde en vierde jaar word je echt aan je eigen lot overgelaten. Daar moet je wel aan wennen. Dat vond ik ook best wel moeilijk. Dan dacht ik wel eens: waarom heb ik nu eigenlijk geen les?
“De filmgeschiedenis die zij je leren, de hele nouveau vague en al die stromingen, dat brengt school je bij. Dat is natuurlijk heel leerzaam, maar ik vind wel dat ze het te weinig hebben over de dingen die nú gemaakt worden. En dat vind ik wel lastig, merk ik. Je moet natuurlijk weten waar het vandaan komt en hoe je voorbeelden ooit begonnen zijn en waar zij dan weer hun inspiratie vandaan haalden, maar het moet wel een beetje 50/50 zijn.”

Kijk je nu veel films?
“Ja, heel veel.”

Welke films hebben je geraakt?
“Ik vond Beasts of the Southern Wild (Benh Zeitlin, 2012) fantastisch. Het is volgens mij de tweede film van die regisseur. Wat ik er mooi aan vind is dat hij de film gemaakt heeft voor 1,2 miljoen dollar. Het gaat over New Orleans dat helemaal onder water gelopen is. Een meisje heeft geen moeder meer en haar vader is ziek. Als ze weg moeten uit het moeras besluit ze haar vader te gaan redden. Het is bijna een soort van sprookje. Wat ik knap vind van die regisseur is dat hij met zo weinig geld zo’n film neerzet. En als je dat dan afzet tegen de hedendaagse Nederlandse cinema, dan kunnen wij toch nog wel heel veel leren van het buitenland, denk ik.
“Mijn afstudeerfilm gaat heel erg over die Hollywood-wetten. Interessant is het om te kijken of het mogelijk is om hier ook zoiets te maken. Ik ben daar heel erg voor, omdat ik vind dat je aan moet tonen dat je met weinig geld het wel degelijk groots aan kunt pakken. En dat is iets wat Beasts of the Southern Wild ook heel knap doet, zonder het verhaal emotioneel te verliezen. De eerste films die me te binnen schieten zijn de kleine films. Frances Ha (Noah Baumbach, 2012) bijvoorbeeld; een klein verhaal, maar onwijs goed uitgevoerd en met minimale middelen en goeie acteursregie toch een heel mooi afgerond geheel.”

Jij bent heel erg van de Hollywood, hè?
“Zeker weten.”

En je kijkt vooral dat?
“Ja. Drive vind ik bijvoorbeeld ook heel tof. Dat is een soort arthouse-Hollywood. Dus het is niet per se alsof ik alleen maar Jurassic World aanbid. Hollywood wordt vaak een beetje gezien als scheldwoord. Maar ik hou van dingen dik vertellen. Gewoon zeggen: dit gaan we zó doen. En niet alles open laten voor het publiek. Mijn allergrootste droom is om films te maken over werelden die bestaan, maar waar je niet van af weet. Eyes Wide Shut (Stanley Kubrick, 1999) is bijvoorbeeld mijn favoriete film aller tijden. En dat gaat over zo’n voordeur waarvan je niet weet wat erachter zit.
“Mijn favoriete Nederlandse film is Karakter (Mike van Diem, 1997). En dat komt ook omdat het eigenlijk een Hollywoodfilm is. Het heeft een heel grootse aanpak. Gek genoeg alleen door het openingsshot. Dat is iets dat Van Diem zelf ook toegeeft. Er zit een heel heldere structuur in de vader-zoon-relatie. Wat ik mooi vind is dat je geen kant kunt kiezen in de film. Je hebt die vader, je hebt die zoon, en je merkt dat die vader die zoon op een bepaalde manier behandelt. Het is altijd de interpretatie van de zoon die lijdt tot erger. Veel vragen blijven onbeantwoord en dat vind ik er heel sterk aan.
“Wolf (Jim Taihuttu, 2013) is ook een goed voorbeeld. Ik ben blij dat zulke films in Nederland gemaakt worden. Op scenariovlak voelde ik soms een beetje de begrenzingen, maar het genre wordt hier tenminste met lef onderzocht. Hoewel het soms meer om de vorm dan om de inhoud lijkt te gaan, zie je dat jonge makers zichzelf bij deze film proberen te bewijzen door het eens anders te doen. Het resultaat mag er zijn.
“Ik ben zelf een beetje op zoek naar wat ik zelf filosofische actiefilms noem. Dat is wat ik wil maken. Inhoudelijk gemotiveerde actie, dat lijkt me het allervetst. En ik heb dat geprobeerd met mijn afstudeerfilm. Dat is een experiment geweest. Of dat is gelukt mogen anderen bepalen, maar ik heb geprobeerd met die wetten te spelen en met grootse actie een verhaal te vertellen. Zonder explosies weliswaar, want daar hebben we het budget niet voor, maar wel met een groots neergezette ontsnappingsscène. Tegelijkertijd gaat de film over de tocht van een eenzame man die zoekt naar contact. En dat contact overvalt hem. Die combinatie vind ik heel vet. Of dat gelukt is, is helemaal aan jou.”

Je film Broker; begin even bij het begin.
“Ik had die documentaire gemaakt in Sarajevo en die draaide op het festival daar. Ik wilde erheen maar had geen geld. Ik dacht: fuck it, ik pak gewoon de bus. Dus toen zat ik in de Eurolines-bus richting Bosnië Herzegovina; die gaat toevallig hier vanaf Amstel. Die busreis duurt 30 uur, zonder grap. Dat is gewoon de langste reis die je ever neemt. Bijna een vliegreis heen en weer naar China. Dat slaat helemaal nergens op.
“Anyway… Ik zat helemaal achterin die bus en door het grote raam zag ik van alles gebeuren. De bus stopte steeds bij verschillende benzinestations en daar waren een paar keer van die lage Mercedessen. Dat deed me heel erg denken aan de onderwereld; die sfeer had het heel sterk. Ik keek naar die auto’s en ging fantaseren: wat nou als die buschauffeurs in een complot zitten en wij op een gegeven moment gedrogeerd worden via de koffie die we krijgen. Eén meisje heeft die koffie niet gedronken, zij is gewoon in slaap gevallen. Het meisje wordt midden in een bos wakker en kijkt naar buiten. Ze ziet een grote tafel staan waarop alle mensen ontdaan worden van hun organen. Die organen worden allemaal in bakken gegooid en alle mensen worden leeggeroofd. Stel dat ze vervolgens de bus in een ravijn laten donderen. Dan zouden de organen verbranden, dus je zou niet kunnen zien dat die al eerder zijn weggehaald. Ik dacht: dat is een perfecte roof.
“Vervolgens ging ik daar verder over nadenken: wat nou als dat meisje dat is wakker geworden ontsnapt? Ze merken op dat zij weg is en gaan het hele bos uitkammen. Ondertussen komen er verschillende brokers, orgaanmakelaars, hun organen innen om ze daarna te verkopen in Europa. Wat nou als dat meisje op haar tocht uit het bos onze man, de broker, ontmoet? Hij rijdt  op haar in en vervolgens krijgen ze een band met elkaar en besluit hij haar te redden…
“Dat bleek allemaal veel te ingewikkeld.
“Dus toen hebben we ervoor gekozen om haar een meisje te maken dat toevallig in een bar is. In die bar zitten al die brokers en dan wordt ze gedrogeerd. Ze spreekt die man nog wel aan, aan de bar. Vervolgens komt hij bij de plek waar al die organen uit mensen gehaald worden en dan ziet hij haar liggen. Dan besluit hij haar te redden. Of dat lukt ga ik niet spoilen, maar zo is het ontstaan.”

En toen je het verhaal had?
“Ik heb het gepitcht aan de klas en er bleken best wel wat mensen geïnteresseerd. Ik ben met redelijk dezelfde crew gaan werken als waarmee ik mijn derdejaars film gemaakt heb. Onze teaser hebben we in Limburg opgenomen. Yorick van Wageningen was op dat moment al half aan boord. Hij had de voice-over van de teaser ingesproken. Ik wilde de film Engelstalig maken en dan heb je een Engelse acteur nodig en hij is eigenlijk de enige Hollywood-acteur die nog in Nederland woont. Vervolgens ben ik met Yorick heen en weer gaan sparren over zijn rol en zijn we met z’n allen gaan repeteren. Wij stonden als eerste gepland, dus we moesten binnen twee maanden al draaien. Ook voor mijn producent was dat heel heftig. We hebben echt doorgeknald, het sloeg helemaal nergens op; wij waren in januari al klaar. Mijn producent, Eleanora de Rijke, heeft deze film vrijwel letterlijk in haar eentje geproduceerd. Zij is gewoon keihard gaan knallen en heeft deze droom waar kunnen maken. Wij zijn samen naar Limburg gegaan. En we hebben eigenlijk alles gefixt in een gigantisch gestoord weekend. In dat weekend hebben we een helikopter geregeld en een landhuis.”

Je hebt je film in Limburg opgenomen, waarom?
“Dat vond ik vet vanwege de heuvels. Dat vond ik mooi, omdat het mysterieus is. Je hebt bosjes en dan weer een huisje en dan weer een bosje. Ik hou heel erg van die sfeer. Een sfeer waarin de hele buurt ervan af zou kunnen weten, maar niets zegt. Dat vind ik interessant.
“In mijn afstudeerfilm wilde ik een regenmachine, dat was een van mijn dromen en dat is gelukt. In een steenfabriek hebben we dat ding aan de praat gekregen. Die fabriek stond in een soort groeve, dus die watertank met 10.000 liter water moest ook nog eens een heel stuk omhoog rijden. Er stonden iets van 7 bussen omheen om dat ding omhoog te duwen. Het was net een Hollywood-film; heel tof om alleen maar dat te regelen. Maar ja, dat zie je wel op het beeld terug.”

Liep het zoals je wilde dat het liep?
“We hebben alle film-speeltjes die Nederland heeft bij het maken van onze film ingezet. We hebben met drones gefilmd, met camera-squads door ravijnen lopen blazen, twee stuntmotoren gefixt en dan was er nog die regenmachine; het sloeg helemaal nergens op… We hadden echt alles. Hierdoor waren we genoodzaakt op andere zaken te bezuinigen. Het was winter aan het worden en we sliepen in een schuur. Het was eigenlijk net te koud. De eerste twee dagen was het heel leuk zo op zo’n slaapzaal, maar na de derde en de vierde was het echt even doorbijten. Als regisseur moet je je gewoon kunnen afzonderen, maar ik had die mogelijkheid niet. We zijn een van de weinige fictiefilms die uit de kosten is. Dat is voor deze film best wel een wonder.”
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=IE6JIpPOqPY&w=896&h=504]

Regisseren
“Het grootste probleem van Nederlandse thrillers ten opzichte van Amerikaanse thrillers is dat je in Amerikaanse thrillers altijd ziet dat personages zeker zijn van zichzelf. Zij zijn nooit een thriller aan het spélen. Penoza vind ik een sterke Nederlandse dramaserie. Spannend op veel vlakken, alleen vind ik soms de
personages iets te “gevaarlijk” spelen. Een maffia baas is volgens mij veel enger als je ziet dat hij voor niemand groter voor hoeft te doen dan hij is. Dát is interessant.
“Mijn acteursregie bestond uit ervoor zorgen dat alle personages heel zeker in hun wereld stonden, dat vond ik belangrijk. Alle bij-personages in de film heb ik zo geregisseerd dat ze zich niet schamen. Ze werken in de organenwereld, maar ze zijn er trots op. Als ze in die wereld zitten, kunnen ze dat nooit vertellen aan mensen. Dat is ook de reden dat het hoofdpersonage eenzaam is geworden, want hij kan zijn wereld met niemand delen. Daarnaast heeft hij natuurlijk een baan die heel immoreel is, dus heeft hij ook geen relatie meer want er is een soort regel die we voor die wereld bedacht hebben: als je er iets over loslaat dan word je afgeschoten. Op die manier schep je voor acteurs een helder beeld van wat die personages doen. Vervolgens draait het allemaal om doelen en strategieën van het personage. Met de doelen en strategieën van de acteur zelf, dus hóé hij de rol invult, daar hou ik me niet zo mee bezig. Een acteur hoeft voor mij dan ook niet te gaan zoeken naar eigen emotionele uitputtingen of zo, naar mijn idee helpt dat helemaal niet om ín die film te komen.
“Ik merkte dat er best wel veel kritiek was op de dingen die in mijn film niet uitgelegd werden. En dan denk ik: ja, maar daar gaan we juist de fout in. Want ik vind het juist vet als je snapt waarom ik ze niet uitleg in plaats van dat het verkeerd is dat er iets niet uitgelegd wordt. En ik hoop dat dat voor mensen de uitdaging is als ze deze film gaan zien. Dat de kijker niet per se een bouwtekening nodig heeft waarin uitgelegd wordt dat als steunpilaar B er niet is, het huis niet kan bestaan. Ik vind het veel interessanter als je daarin als publiek losgelaten wordt.
“Het grappige is: als Nederlanders schrijven over Amerikaanse cinema en over dat dingen niet uitgelegd worden, dan zijn ze het allemaal met me eens. Maar ga je het in Nederland proberen, dan zeggen ze: ‘Hee… hallo… wacht even… waarom wordt het niet uitgelegd?’ Dat vind ik raar. Wat er dus mis is in Nederland is dat moraliteit op een of andere manier heel erg de boventoon voert. Als er een slecht personage verschijnt dan zit er altijd een situatie aan verbonden die uitlegt waarom dat zo is. Ik denk dat personages niet per se een motivatie nodig hebben om iets fouts te doen.
“Maar ik denk dat we goeie stappen maken, hoor. Ik denk dat er een nieuwe generatie aan het opstaan is die zich probeert te onderscheiden. We zijn allemaal opgegroeid met die Amerikaanse wetten, dus we zijn die cross-over-cinema wel steeds meer hiernaartoe aan het halen, denk ik.
poster
“Series zijn heel populair de laatste tijd. Walter White [Breaking Bad] is fenomenaal omdat je fucking 36 uur met die man mee mag leven. Dan kun je zo veel lagen in een personage aanbrengen. Dat had ik met mijn personage ook voor ogen. Maar het is me niet gelukt en dat vind ik jammer. Mijn film is eigenlijk een te groot verhaal geworden voor 23 minuten. Ik had mijn personage op emotioneel vlak wat meer diepgang willen geven. Ik wilde een actiefilm maken waarin je de wereld ziet waarin hij leeft. En dan merk je toch dat je gaat inleveren op zijn karakter. Het is ten koste gegaan van emotie en het zou kunnen dat je dat ziet. Ik had gewoon net wat meer hem kunnen vertegenwoordigen in emotie; de film voelt wellicht wat vluchtig aan. Het voordeel is dat het een wegkijkfilm is. Hij kijkt echt weg als een trein. En hij blijft spannend.
“Op festivals zijn ze vaak happig op films die je raken. Het kan zijn dat ze denken: wow, vette thriller, maar het hoofdpersonage voelde ik niet helemaal. Dat zou ik jammer vinden, want als je hem wél helemaal zou voelen, dan was de film perfect geweest. Dat kun je nooit zeggen over een film, maar dan had ik ‘m genaild, denk ik. Nu heb ik geleerd hoe ik mijn volgende nail.
“Ik ben echt een beeldregisseur en ik vind het belangrijk om dat zo veel mogelijk te doen. Ook in de toekomst hoop ik zo snel mogelijk mijn krachten daar te laten zien. Een goeie schrijver een vet script laten schrijven, daar mijn eigen visie op loslaten en best wel snel gaan draaien; dat werkt voor mij het allersterkst.”

Kijk BROKER in zijn geheel via:
http://www.npo.nl/filmlab-broker/13-09-2015/BNN_101376720

Door: Sander Houwen

Regisseer jij films of programma's die worden uitgezonden op televisie?

Meld je gratis aan bij auteursrechtenorganisatie VEVAM en ontvang vergoedingen voor je werken!

Sluit je aan bij VEVAM!

Contactgegevens

Dutch Directors Guild
De Lairessestraat 125 sous
1075 HH Amsterdam

kvk: 33298563
tel: +31 (0)6 836 72 215
e-mail: info@directorsguild.nl

Openingstijden:
Het DDG-bureau is doordeweeks telefonisch bereikbaar op van 10.00 – 17.00 uur. Op woensdag zijn we gesloten.